Zo onopvallend
mogelijk
volop in het verzet,
gevaar voor eigen
leven
is niet wat hen
belet.
Redding van
mensenlevens
is wat hen dagelijks
drijft,
moedig en
zelfverzekerd
is hoe men hen
omschrijft.
Uiteindelijk
verraden,
veel levens op het
spel,
in handen van de
vijand,
hun leven wordt een
hel.
Hoe dit te
overleven,
van huis en haard
verjaagd,
de kou, de jeuk, de
honger,
zie wat een mens
verdraagt.
Een handgebaar
drijft naar het gas,
wie komt er
onderuit,
ziekte en honger,
uitgeput,
voor wie maakt het
iets uit,
de stank, zo
overheersend,
de hondenbek, de
zweep,
wie kan eraan
ontkomen,
men heeft je in hun
greep.
En toch, ze
overleefden
ze bleven bij
elkaar,
de ander moed
insprekend,
wat hadden ze het
zwaar.
Als levende
geraamten
keerden de vrouwen
weer,
omarmden hun
geliefden,
het doet nog altijd
zeer…
Coby
Poelman-Duisterwinkel
Geschreven na het
lezen van het indrukwekkende boek van Roxane van Iperen, “‘t
Hooge nest”